Altaar : Verlosser, Drievuldigheid, Heilige Maagd en Martinus (1425)
Mosmans
H. Verlosser, H. Maagd, H. Martinus en H. Drievuldigheid
|
Thans St Antonius Aan dit altaar zijn de namen verbonden van Arnoldus Bock, Bosch' kanunnik en kanunnikzegelaar van Luik, die er zijn jaargetijde stichtte, 1) van Bartholomeus Buck, die het altaar lang bediende en van Ghiselbertus Back, kannunik-gouden jubilaar, die omstreeks 1453 aan dit altaar de verplichting tot een zeer plechtige viering van Drievuldigheidszondag oplegde. 2) Deze drie Bossche geestelijken die allen eenzelfden achternaam voerden, alleen met een kleine verwisseling van klinker, behoorden denkelijk tot één groote familie. Bock noemt Buck "van zijn stam", (de sua tribu); en Back is executeur bij Bock's dood.
| 334 |
| Noten | |
| 1. | Hij bedacht bij zijn dood het Kapittel met kostbare geschenken, waaronder boeken, terwijl hij tevens een ,,Cantorije'' in de St Jan stichtte. |
| 2. | Taxandria. XVII, bldz. 169. |
J. Mosmans, De St Janskerk te 's Hertogenbosch ('s Hertogenbosch 1931) 334
Peeters
Laatste standplaats der altaren voordat de kerk hervormd werd
|
16. Verlosser, Drievuldigheid, Heilige Maagd en Martinus. 1425 | 373 |
De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 373
Schutjes
Altaar der H. Drievuldigheid
|
In het Backskoorke, thans als St. Antoniuskapel bekend, wijl daarin het altaar van den H. Antonius van Padua gevestigd is en zeer veel vereerders telt, stond het altaar der H. Drievuldigheid, waaraan twee beneficiën verbonden waren onder de verpligting van een dagelijkse Mis en waarvan de begeving beurtelings berustte bij den kapitteldeken en bij de naaste bloedverwanten van den stichter Gijsbert Back. Deze kanunnik van St. Jan, aan wien het Backskoorke zijn naam ontleent, hechtte aan dit altaar groote inkomsten, die nog door de milddadigheid van Gerard van den Heuvel vermeerderd werden; in deze kapel moest altijddurend eene lamp branden. Vermits er sprake is van de spijnde Backs heeft de stichter van dit altaar tevens eene uitdeelding van brood en van andere mondbehoeften aan de armen daarbij bepaald, waarover den 16 maart 1538 nog eene overkomst gesloten is tusschen de fabrieksmeesters, de beneficiaten van dit altaar en de erfgenamen van Goeswinus van den Broeck; deze uitdeelingen geschiedden op verschillende feestdagen. | 202 |
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom Vermelding
| 1837 |
Notarissen in Beers, 1815-1847Afstand door Lodewijk Willem Bilderdijk van het patronaatschap van twee beneficien of Capellarijen ten behoeve van zijnen neef den Heer Jan Christiaan Burckhandt. Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) |
Literatuur en bronnenpublicaties
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 133
n: vermelding in een voetnoot
Bossche Encyclopedie |